Vanaf het moment dat je uit je bed stapt, ben je bezig met het maken van keuzes. Dit kan gaan over wat je wilt eten die ochtend, of wat je aantrekt. Dit kan ook gaan over moeilijkere keuzes. Wat wil je later worden? Wil je later kinderen? Wil je later trouwen?

Je karaktereigenschappen maken voor een deel uit welke keuzes je maakt.Er zijn heel veel verschillende karaktereigenschappen die te maken hebben met keuzes maken, zoals besluitvaardigheid.

Besluitvaardigheid is geestelijke zekerheid bij het nemen van een beslissing. Je moet moedig en scherpzinnig zijn. Soms moet je meteen keuzes maken, zonder te aarzelen. Door besluitvaardigheid kan je er ook voor kiezen om geduld te hebben bij het maken van je keuze, door goed na te denken over je keuze voor je een beslissing neemt. Je bent vastbesloten en hebt vertrouwen in je keuze. Angst wordt verandert in vastberadenheid door moed.

Het betekent dat je doet wat gedaan moet worden, zelfs als dat moeilijk of riskant is. Als je in de verleiding wordt gebracht om op te geven, zorgt moed ervoor dat je toch door gaat. Soms heb je moed nodig om je te herstellen na een fout, het weer goed te maken en het opnieuw te proberen. Ook geeft moed je kracht.

 Vastberadenheid zorgt ervoor dat je doelbewust handelt. Je gebruikt je energie om je doel te bereiken. Vastberadenheid zorgt ervoor dat je ervoor zorgt dat je je doel haalt, en niet eerder opgeeft. Je staat jezelf niet toe om op te geven.

Als je verantwoordelijkheid hebt, ben je bereid aansprakelijk gesteld te worden voor je keuzes. Andere mensen kunnen er op rekenen dat je doet wat je zegt. Het is belangrijk dat je weet wat je eigen verantwoordelijkheid is, en wat de verantwoordelijkheid is van anderen. Wanneer je fouten maakt, heb je de moed deze te verbeteren.

 Voor het maken van keuzes is het ook belangrijk om flexibel te zijn. Door flexibiliteit kun je je aanpassen en veranderen in wisselende omstandigheden in het leven. Je ziet de keuzes die je kunt maken. Je hoeft niet persé je zin te krijgen. Je staat open voor meningen en gevoelens van anderen. Als er iets onverwachts gebeurd, ga je dat tegemoet met veerkracht en vertrouwen.

Vertrouwen is geloof, hoop en een positieve instelling. Met vertrouwen geloof je in iets of iemand.

 Hoop helpt je kijken naar de toekomst met vertrouwen en geloof. Hoop is optimisme. Hoop geeft je de moed om door te gaan en geeft je het vertrouwen om elke keer opnieuw iets te proberen.

Je innerlijke vermogen wordt bepaald door kracht. Door kracht kun je alles aan wat je tegenkomt. Het zorgt ervoor dat je vol kunt houden als je op de proef gesteld wordt. Je krijgt meer kracht als je uitdagingen in het leven met vertrouwen tegemoet gaat. Je vergroot je kracht als je kiest voor zachtaardigheid en geduld.

Als laatste zorgt wijsheid ervoor dat je goede keuzes maakt. Wijsheid geeft je de volwassenheid en het geduld om besluiten te nemen. Je zoekt kennis en denkt na. Je overweegt alle mogelijkheden en handelt vol zelfvertrouwen.