Anne Frank
Anneliese Maria Frank was geboren op 12 juni 1929 in Frankfurt am Main, in het zuiden van Duitsland. Ze woonde daar met haar zus Margot Frank (geboren op 16 februari 1926 in Frankfurt am Main), haar vader Otto Frank (12 mei 1889, Frankfurt am Main) en haar moeder Edith Frank-Holländer (16 januari 1900, Aken). Nadat Edith en Frank trouwden in 1925, verhuisden ze naar Frankfurt. De eerste paar jaren zijn gelukkig, maar Hitlers NSDAP (opgericht in 1919) wint steeds meer terrein door een economische crisis. In 1933 wordt Hitler leider van de Duitse regering. Otto en Edith Frank maken zich grote zorgen.
Het Nationaal-Socialisme (nazisme) ontwikkelde zich in Duitsland na de Eerste Wereldoorlog. Duitsland had die oorlog verloren, met als gevolg dat Duitsland strenge regels opgelegd kreeg tijdens de Vrede van Versailles. Ze moesten bijvoorbeeld alle oorlogsschade vergoeden, gebieden en koloniën afstaan en het Duitse leger en hun wapens sterk verminderen. Dit was voor de Duitsers een erge vernedering. Er brak toen ook een zware economische crisis uit. Door deze vernedering en de armoede werden de Duitsers erg ontevreden over hun positie in Europa. Het Nationaal-Socialisme is de racistische en antisemitische ideologie die door leden van de NSDAP werd nagestreefd. Het Arische ras en het Duitse ras werden als de beste mensen beschouwd. Joden werden daarentegen, rond de jaren '30 en '40 erg gediscrimineerd en er waren gewelddadige aanvallen op de Joden. In totaal zijn er zes miljoen Europese Joden omgebracht (Holocaust). De familie Frank heeft tot 1933 in Frankfurt gewoond, tot ze besloten naar Nederland te verhuizen omdat het in Duitsland te gevaarlijk werd. Otto Frank begon een bedrijf in Amsterdam. De familie voelde zich weer veilig. De kinderen gingen weer naar school, Otto werkte hard en Edith zorgde voor het huishouden. Totdat op 10 mei 1940 het Duitse leger Nederland aanviel.
Duitsland werd te gevaarlijk. Op 5 juli 1942 krijgt de familie Frank een oproep zich te melden voor een Duits werkkamp. Direct daarna, op maandagochtend 6 juli 1942 zit de familie Frank ondergedoken aan de Prinsengracht 263. Het gebouw was redelijk groot, want er was ruimte voor twee gezinnen. 2 weken later kwam er daarom ook een andere familie wonen; de familie Van Pels. In november 1942 kwam de achtste onderduiker; Fritz Pfeffer. Ze zitten ruim twee jaar in het achterhuis.
De nazi's lieten de Joden met rust, tot daar daar in 1940 verandering in kwam. Joodse ambtenaren en leraren werden ontslagen, de mensen moesten zich begin 1941 laten registreren zodat ze wisten waar Joden woonden, ze mochten geen eigen bedrijf meer hebben, de kinderen moesten naar een aparte Jodenschool en vanaf mei 1942 moesten Joden verplicht een 'Jodenster' op hun kleren dragen. Verder was er nog veel meer verboden, zoals het gebruik maken van openbaar vervoer.
4 augustus 1944 worden de acht onderduikers en helpers ontdekt en gearresteerd, behalve Miep Gies en Bep Voskuijl. Iemand had ze verraden. Wie dat heeft gedaan, is nooit duidelijk geworden. Eerst worden ze naar kamp Westerbork gebracht, waar ze batterijen uit elkaar moesten halen. Het was vies en ongezond werk. Miep Gies en Bep Voskuijl hebben het dagboek van Anne Frank gered. Op 3 september 1944 moesten de onderduikers mee naar kamp Auschwitz. De treinreis duurde 3 dagen lang en ze zaten met ongeveer 70 mensen in één wagon. Ze kregen geen eten en drinken en er waren geen toiletten. Het was haast niet vol te houden en sommige gevangenen worden ziek en sterven tijdens de reis. Op kamp Auschwitz werden mannen en vrouwen van elkaar gescheiden. Oude en zieke mensen en kinderen jonger dan 15 jaar worden daar gelijk naar de gaskamer gestuurd. De rest, onder andere de onderduikers, moesten naar de barakken. Het lukte Margot, Anne en Edith om bij elkaar te blijven, net als Otto, Hermann en Peter van Pels en Fritz Pfeffer. De gevangenen worden verdeeld over de barakken. Het zijn lange houten schuren met stapelbedden. Overdag moesten ze heel hard werken. Op 28 oktober 1944 vertrok een transport met 1308 vrouwen uit Birkenau naar het kamp Bergen-Belsen. Anne Frank overleed daar, een paar dagen na Margot Frank, waarschijnlijk aan de gevolgen van vlektyfus.
'Het fijnste van alles vind ik nog dat ik dat wat ik denk en voel tenminste nog op kan schrijven, anders zou ik compleet stikken.' schrijft Anne. Ze wilde graag dat haar dagboek na de oorlog als roman uitgegeven zou worden. Daarom koos ze ervoor haar dagboek te herschrijven.
De Tweede Wereldoorlog was een heel aangrijpende gebeurtenis. Ze hebben een herinneringsplek van het huis waar Anne Frank woonde gemaakt zodat mensen van buitenaf een kijkje kunnen nemen in het leven van de mensen in die tijd. Het is belangrijk dat het verhaal bekend blijft bij de bevolking, omdat het de Tweede Wereldoorlog grote invloed heeft gehad op de bevolking.
Maak jouw eigen website met JouwWeb