In dit onderzoekje hebben we acht dezelfde vragen aan vijf verschillende personen voorgelegd. We voregen of ze de beschreven situatie goed of fout vonden en waarom:

Vraag 1
Mark heeft met Chris afgesproken dat hij hem zaterdag bijles geeft over wiskunde. Job vraagt aan Mark of hij op zaterdag met hem en nog een paar vrienden mee gaat naar de bioscoop. Mark heeft daar veel meer zin in dan bijles geven, en hij zegt ja. Vind je dit goed of fout?

Antwoord:
Persoon 1: Fout, omdat hij eerder met Chris afgesproken.
Persoon 2: Ik vind het fout van Mark, afspraken moet je nakomen.
Persoon 3: Het is niet goed dat hij zich niet aan zijn beloftes houdt, maar ik snap het wel van hem. Naar de bioscoop gaan met vrienden is een stuk leuker dan bijles geven.
Persoon 4: Fout, je moet altijd je afspraken nakomen.
Persoon 5: Ik vind het fout dat hij deze keuze maakt omdat hij al afgesproken met Chris. Je moet je aan je woord houden.

Vraag 2
Je weet dat er iemand in je klas gepest wordt, maar je zegt er niks van omdat je bang bent dat jij dan het volgende slachtoffer bent. Vind je dit goed of fout?

Antwoord:
Persoon 1: Goed, want ik zou me er niet mee bemoeien. Anders krijg je sowieso problemen.
Persoon 2: Fout, als je voor diegene opkomt, laat je al zien dat je stoer genoeg bent.
Persoon 3: Het is beter om het slachtoffer te helpen, maar als je oprecht denkt dat je zelf het volgende slachtoffer wordt, zou ik hem/haar ook niet helpen. Je kan wel als 'anonieme bron' iets doorgeven aan de docent.
Persoon 4: Fout, je moet voor het slachtoffer opkomen.
Persoon 5: Ik begrijp het wel maar ik vind dat hij dit anoniem tegen de mentor moet zeggen. Dus ik vind het fout.

Vraag 3
Je vriendin steelt make-up uit de winkel, maar jij zegt er niks van. Vind je dit goed of fout?

Antwoord
Persoon 1: Fout, je mag niet stelen.
Persoon 2: Ik zeg er niks van omdat het haar keuzes zijn. Ik vind het weliswaar niet goed, maar het is haar eigen keuze om dit te doen.
Persoon 3: Stelen is illegaal, en om die reden niet goed.
Persoon 4: Fout, je mag niet stelen.
Persoon 5: Ik vind het goed, ik wil geen verrader zijn en het zijn niet mijn problemen.

Vraag 4
Laura, Melissa en Sanne zijn beste vriendinnen. Sanne komt er achter dat Melissa gemene roddels over Laura verspreid, maar Sanne zegt er niks van. Vind je dit goed of fout?

Antwoord:
Persoon 1: Goed, want iedereen roddelt wel eens. En je wil Laura niet kwetsen.
Persoon 2: Ik vind het fout dat Melissa deze roddels verspreid. Het is onaardig van haar.
Persoon 3: Fout, ik zou als ik Sanne was het vertellen aan Laura. Ik vind namelijk dat zij er van op de hoogte moet zijn dat haar 'beste vriendin' misschien toch niet zo'n goede vriendin is.
Persoon 4: Fout, je moet opkomen voor je vrienden.
Persoon 5: Fout, ik vind dat je eerlijk moet zijn tegen Laura, en moet vertellen wat Melissa over haar zegt.

Vraag 5
Niels heeft verkering met Loes. Ze zouden vanavond naar de bioscoop gaan, maar hij heeft afgebeld omdat hij ziek is. Als ze samen met een vriendin die avond uit gaat, ziet ze hem lopen met zijn vrienden. Vind je dit goed of fout?

Antwoord:
Persoon 1: Fout, dat kun je niet maken als vriend zijnde.
Persoon 2: Ik vind dat Niels eerlijk had moeten zeggen dat hij geen zin had om te gaan. Fout dus.
Persoon 3: Ik vind dit erg onrechtvaardig. Het is goed dat hij afbelt, maar dan had hij niet moeten liegen. Relaties zijn deels gebaseerd op vertrouwen
Persoon 4: Fout, omdat hij niet mag liegen.
Persoon 5: Fout, die jongen moet gewoon eerlijk zeggen dat hij niet mee wil naar de bios. Ik zou het met die jongen uitmaken.

Vraag 6
Milou en Sarah gaan samen winkelen. Milou ziet een paar jongens staan die ze kent en gaat naar ze toe. Ze laat Sarah staan. Vind je dit goed of fout?

Antwoord:
Persoon 1: Goed, je mag heus wel een praatje maken met anderen.
Persoon 2: Fout, samen uit is samen thuis.
Persoon 3: Het beste had ze Sarah kunnen vragen of ze het erg vindt als ze naar die jongens gaat, of ze had haar uit kunnen nodigen om mee te gaan.
Persoon 4: Fout, ze kan toch samen Sarah naar haar vrienden gaan.
Persoon 5: Geen mening, als ik iemand op straat zie loop ik daar soms ook naartoe en laat ik degene waar ik mee aan het lopen was even achter en kom later terug.

Vraag 7
Je moet van je moeder op je broertje passen. Je vrienden vragen of je mee gaat naar de bioscoop. Je zegt nee en past op je broertje. Vind je dit goed of fout?

Antwoord:
Persoon 1: Goed, want je hebt het je moeder beloofd.
Persoon 2: Goed, je laat zo zien aan je moeder en je vrienden dat je zelfstandig genoeg bent.
Persoon 3: Dit is een goede keuze als je het aan mij vraagt. De afspraak met je ouders gaat voor.
Persoon 4: Goed, dit had je afgesproken.
Persoon 5: Goed, je moet nooit de wil van degene die je op de wereld heeft gezet onderschatten.

Vraag 8
Je komt er achter dat je beste vriendin drugs gebruikt. Je vertelt het tegen haar ouders. Vind je dit goed of fout?

Antwoord:
Persoon 1: Fout, je moet je niet met andere zaken bemoeien.
Persoon 2: Goed, zo voorkom je dat ze in de problemen komt.
Persoon 3: Ik vind dit erg slim, drugs zijn erg slecht voor je en als je er te lang mee doorgaat raak je verslaaft. Als je de ouders waarschuwt, kunnen ze maatregelen nemen.
Persoon 4: Goed, want het is niet goed als je drugs gebruikt.
Persoon 5: Goed, drugs is geldverspilling. Haar ouders kunnen haar dan naar een afkickcentrum sturen, en zo kunnen ze voorkomen dat er in de toekomst nog meer geldverspilling komt.